Artikel 3
Wordt onder meer beschouwd als begin van uitvoering of als nodige maatregelen:
1° hetzij het bewijs dat een ontvankelijke aanvraag werd ingediend bij een bevoegde overheid met betrekking tot hetzij:
a) een vergunning voor werken;
b) een subsidie voor werken;
c) een voorlopige werkingsvergunning;
d) een stedenbouwkundige of een exploitatievergunning.
De toepassing van het eerste lid, houdt op van zodra de bedoelde aanvraag het voorwerp wordt van een definitieve weigeringsbeslissing door de bevoegde overheid.
2° hetzij het bestaan van een project dat is opgenomen in het meerjarenplan investeringen zoals vastgesteld door het Verenigd College bij toepassing van de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, tijdens de duur van het plan;
3° hetzij het bewijs dat er een overeenkomst is afgesloten inzake:
a) de financiering van werken;
b) de uitvoering van werken.
De toepassing van het vorige lid houdt op van zodra de bedoelde overeenkomst niet langer op een rechtsgeldige wijze bestaat.