Besluit van 21 maart 2018 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.

Zie de tekst van artikelen

BOEK I. - Algemeen

Titel I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.

Titel II. - Definities

Art. 2.

Art. 3.

Art. 4.

BOEK II. - Administratief statuut

Titel I. - Organisatie van de dienst

Hoofdstuk I. - Het personeelsplan, generieke functiebeschrijvingen en het organogram

Art. 5.

Art. 6.

Art. 7.

Hoofdstuk II. - Ambtenaren

Afdeling 1. - Graden

Art. 8.

Art. 9.

Afdeling 2. - Opdrachten en taken van de leidend ambtenaren

Art. 10.

Art. 11.

Art. 12.

Hoofdstuk III. - Directieraad

Art. 13.

Art. 14.

Art. 15.

Hoofdstuk IV. - Raad van beroep

Art. 16.

Art. 17.

Art. 18.

Art. 19.

Art. 20.

Art. 21.

Hoofdstuk V. - Werktijdregeling

Art. 22.

Hoofdstuk VI. - De selectiecommissie en de evaluatiecommissie

Art. 23.

Art. 24.

Art. 25.

Titel II. - Rechten en plichten

Art. 26.

Art. 27.

Art. 28.

Art. 29.

Art. 30.

Art. 31.

Art. 32.

Art. 33.

Art. 34.

Art. 35.

Art. 36.

Art. 37.

Titel III. - Onverenigbaarheden

Art. 38.

Art. 39.

Art. 40.

Art. 41.

Art. 42.

Titel IV. - Werving, de stage en de benoeming

Hoofdstuk I. - De werving en de selectie

Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 43.

Afdeling 2. - De benoemings-, toelaatbaarheids- en wervingsvoorwaarden

Art. 44.

Art. 45.

Art. 46.

Afdeling 3. - Organisatie van de selecties en samenstelling van de selectiecommissies

Art. 47.

Art. 48.

Art. 49.

Art. 50.

Afdeling 4. - Functiebeschrijving, programma en organisatie van de selectie

Art. 51.

Art. 52.

Afdeling 5. - De selectieproeven
Onderafdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 53.

Onderafdeling 2. - De instapkaartmodule

Art. 54.

Onderafdeling 3. - De generieke module

Art. 55.

Art. 56.

Onderafdeling 4. - De specifieke module en rangschikking van de geslaagden

Art. 57.

Art. 58.

Art. 59.

Art. 60.

Onderafdeling 5. - Over de samenstelling en de raadpleging van de wervingsreserve en van de wervingsreserve van de andere overheden

Art. 61.

Art. 62.

Art. 63.

Onderafdeling 6. - Regels voor de toelating van de geslaagden

Art. 64.

Art. 65.

Onderafdeling 7. - Oproep tot indiensttreding van de geslaagden

Art. 66.

Hoofdstuk II. - Werving van personen met een handicap

Art. 67.

Art. 68.

Art. 69.

Art. 70.

Hoofdstuk III. - De stage

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 71.

Art. 72.

Art. 73.

Art. 74.

Afdeling 2. - De inhoud van de stage

Art. 75.

Afdeling 3. - Het verloop van de stage

Art. 76.

Art. 77.

Art. 78.

Art. 79.

Art. 80.

Art. 81.

Art. 82.

Afdeling 4. - Het einde van de stage

Art. 83.

Art. 84.

Art. 85.

Hoofdstuk IV. - Benoeming als ambtenaar

Art. 86.

Art. 87.

Art. 88.

Art. 89.

Titel V. - Het onthaal, de vorming en de voorlichting

Art. 90.

Art. 91.

Art. 92.

Art. 93.

Art. 94.

Art. 95.

Art. 96.

Titel VI. - Evaluatie

Hoofdstuk I. - Evaluatie van de ambtenaren zonder mandaat

Art. 97.

Art. 98.

Art. 99.

Art. 100.

Art. 101.

Art. 102.

Art. 103.

Art. 104.

Hoofdstuk II. - Evaluatie van de mandaathouders

Art. 105.

Art. 106.

Art. 107.

Art. 108.

Titel VII. - Anciënniteit

Art. 109.

Art. 110.

Art. 111.

Art. 112.

Titel VIII. - Loopbaan van de ambtenaren

Hoofdstuk I. - Algemene regels inzake de loopbaan en de bevordering

Art. 113.

Art. 114.

Art. 115.

Art. 116.

Art. 117.

Art. 118.

Art. 119.

Art. 120.

Art. 121.

Art. 122.

Art. 123.

Hoofdstuk II. - Functionele loopbaan

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 124.

Art. 125.

Afdeling 2. - De verschillende functionele loopbanen

Art. 126.

Hoofdstuk III. - Bevordering tot de graden van de rangen A2 en A3

Art. 127.

Art. 128.

Art. 129.

Art. 130.

Art. 131.

Art. 132.

Hoofdstuk IV. - Het mandaat

Art. 133.

Art. 134.

Art. 135.

Art. 136.

Art. 137.

Art. 138.

Art. 139.

Art. 140.

Art. 141.

Art. 142.

Hoofdstuk V. - Uitoefening van een hogere functie

Art. 143.

Art. 144.

Art. 145.

Art. 146.

Art. 147.

Art. 148.

Titel IX. - Dienstaanwijzing, overplaatsing, externe mutatie, wedertewerkstelling en wedertewerkstelling na afschaffing van de betrekking

Art. 149.

Art. 150.

Art. 151.

Art. 152.

Art. 153.

Art. 154.

Art. 155.

Titel X. - De tuchtregeling

Hoofdstuk I. - Algemene bepaling

Art. 156.

Hoofdstuk II. - Tuchtstraffen

Art. 157.

Art. 158.

Art. 159.

Art. 160.

Art. 161.

Art. 162.

Art. 163.

Hoofdstuk III. - Principes in verband met de tuchtprocedure

Art. 164.

Art. 165.

Art. 166.

Art. 167.

Art. 168.

Hoofdstuk IV. - De procedures

Afdeling 1. - Voorstel van tuchtstraf

Art. 169.

Afdeling 2. - Uitspraak van de tuchtstraf

Art. 170.

Hoofdstuk V. - Uitwisseling van de tuchtstraf

Art. 171.

Hoofdstuk VI. - Beroep

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 172.

Afdeling 2. - Beroepsprocedure

Art. 173.

Art. 174.

Art. 175.

Afdeling 3. - Uitspraak van de straf in beroep

Art. 176.

Titel XI. - Schorsing in het belang van de dienst

Hoofdstuk I. - Feiten die kunnen aanleiding geven tot een schorsing in het belang van de dienst

Art. 177.

Art. 178.

Hoofdstuk II. - Bevoegde overheid

Art. 179.

Hoofdstuk III. - Procedure

Art. 180.

Art. 181.

Hoofdstuk IV. - Duur en gevolgen van de schorsing in het belang van de dienst

Art. 182.

Art. 183.

Hoofdstuk V. - Beroep

Art. 184.

Hoofdstuk VI. - Einde van de schorsing in het belang van de dienst

Art. 185.

Art. 186.

Titel XII. - Verloven en administratieve standen

Hoofdstuk I. - Algemene bepalingen

Art. 187.

Art. 188.

Hoofdstuk II. - Dienstactiviteit

Afdeling 1. - Algemeen

Art. 189.

Art. 190.

Art. 191.

Afdeling 2. - Verloven voor jaarlijkse vakantie en op de feestdagen, omstandigheidsverlof en uitzonderlijk verlof

Art. 192.

Art. 193.

Art. 194.

Art. 195.

Art. 196.

Art. 197.

Art. 198.

Art. 199.

Afdeling 3. - Verlof voor moederschapsbescherming

Art. 200.

Art. 201.

Art. 202.

Afdeling 4. - Ouderschapsverlof, voor opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij of plaatsing in een onthaalgezin naar aanleiding van een rechterlijke beslissing

Art. 203.

Art. 204.

Afdeling 5. - Verlof om dwingende redenen van familiaal belang

Art. 205.

Afdeling 6. - Ziekteverlof

Art. 206.

Art. 207.

Afdeling 7. - Verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden

Art. 208.

Afdeling 8. - Verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen

Art. 209.

Art. 210.

Art. 211.

Art. 212.

Art. 213.

Afdeling 9. - Verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen of om een politiek mandaat uit te oefenen

Art. 214.

Art. 215.

Art. 216.

Art. 217.

Art. 218.

Art. 219.

Art. 220.

Art. 221.

Art. 222.

Art. 223.

Afdeling 10. - Verlof voor sociale promotie en om deel te nemen aan vormingsactiviteiten

Art. 224.

Afdeling 11. - Verlof wegens opdracht

Art. 225.

Art. 226.

Art. 227.

Art. 228.

Art. 229.

Art. 230.

Afdeling 12. - Verlof voor vakbondsopdracht

Art. 231.

Afdeling 13. - Verlof voor werkzaamheden bij een politieke groep die erkend is in een wetgevende vergadering van de Staat, van een Gemeenschap of een Gewest, respectievelijk bij de voorzitter van een van die groepen

Art. 232.

Art. 233.

Afdeling 14. - Verlof om een ambt uit te oefenen bij het kabinet van een federale minister of staatssecretaris, of bij het kabinet van een regeringslid van een Gemeenschap of een Gewest of bij het kabinet van een lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of van de Colleges van de Vlaamse of Franse Gemeenschapscommissies

Art. 234.

Afdeling 15. - Verlof voor het verrichten van sommige militaire prestaties in vredestijd en van diensten bij de civiele bescherming of van taken van openbaar nut op grond van het koninklijk besluit van 20 februari 1980 houden coördinatie van de wetten betreffende het statuut van de gewetensbezwaarden

Art. 235.

Afdeling 16. - Verlof om een stage te vervullen bij een andere openbare dienst

Art. 236.

Afdeling 17. - Het verlof om medische of humanitaire redenen

Art. 237.

Art. 238.

Art. 239.

Afdeling 18. - Andere verloven

Art. 240.

Art. 241.

Hoofdstuk III. - Non-activiteit

Art. 242.

Art. 243.

Art. 244.

Art. 245.

Art. 246.

Hoofdstuk IV. - Disponibiliteit

Afdeling 1. - Algemeen

Art. 247.

Art. 248.

Art. 249.

Afdeling 2. - Disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst

Art. 250.

Art. 251.

Art. 252.

Afdeling 3. - Disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid

Art. 253.

Art. 254.

Art. 255.

Art. 256.

Art. 257.

Titel XIII. - Verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en definitieve ambtsneerlegging

Art. 258.

Art. 259.

Art. 260.

Art. 261.

BOEK III. - Geldelijk statuut

Titel I. - Voorafgaande bepaling

Art. 262.

Titel II. - Organieke regeling

Hoofdstuk I. - Vaststelling van de weddeschalen

Art. 263.

Art. 264.

Art. 265.

Hoofdstuk II. - Vaststelling van de wedde

Art. 266.

Hoofdstuk III. - Vaststelling van de weddeschaal

Art. 267.

Hoofdstuk IV. - In aanmerking komende diensten

Art. 268.

Art. 269.

Art. 270.

Art. 271.

Art. 272.

Art. 273.

Art. 274.

Art. 275.

Art. 276.

Art. 277.

Hoofdstuk V. - Berekening van de anciënniteit en de wedde

Art. 278.

Art. 279.

Art. 280.

Art. 281.

Hoofdstuk VI. - Uitbetaling van de wedde

Art. 282.

Art. 283.

Hoofdstuk VII. - Wedde in geval van verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden

Art. 284.

Art. 285.

Hoofdstuk VIII. - Beëindiging van het mandaat van rechtswege

Art. 286.

Hoofdstuk IX. - Vroegtijdige beëindiging van het mandaat

Art. 287.

Art. 288.

Hoofdstuk X. - De graad en de schaal na het mandaat

Art. 289.

Art. 290.

Art. 291.

Titel III. - Gewaarborgde bezoldiging, haard- en standplaatstoelage, vakantiegeld en eindejaarstoelage

Art. 292.

Art. 293.

Art. 294.

Titel IV. - Toelagen

Hoofdstuk I. - Algemene bepalingen

Art. 295.

Art. 296.

Art. 297.

Hoofdstuk II. - Toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt

Art. 298.

Hoofdstuk III. - Toelagen aan de boekhouders en rekenplichtigen

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 299.

Afdeling 2. - De verantwoordelijkheidstoelage aan de centraliserend rekenplichtigen, de rekenplichtigen van de geschillen en de liggende gelden en de boekhouders

Art. 300.

Afdeling 3. - Toelage aan de rekenplichtingen

Art. 301.

Art. 302.

Hoofdstuk IV. - Toelage aan sommige laureaten van een vergelijkende selectie voor overgang naar het hoger niveau

Art. 303.

Hoofdstuk V. - Tweetaligheidstoelage

Art. 304.

Art. 305.

Art. 306.

Art. 307.

Hoofdstuk VI. - Mandaatstoelage

Art. 308.

Hoofdstuk VII. - Toelage voor wachtdienst

Art. 309.

Hoofdstuk VIII. - Toelagen voor geneesheren en ingenieurs

Art. 310.

Titel V. - Vergoedingen

Hoofdstuk I. - De vergoeding voor reiskosten gemaakt in het belang van de dienst

Art. 311.

Hoofdstuk II. - De vergoeding voor het gebruik van het gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 312.

Hoofdstuk III. - De vergoedingen voor het gebruik van de fiets

Art. 313.

Hoofdstuk IV. - Vergoeding van de begrafeniskosten bij overlijden van een ambtenaar

Art. 314.

Hoofdstuk V. - Vergoeding voor de sociaal controleurs en inspecteurs

Art. 315.

BOEK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 316.

Art. 317.

Art. 318.

Art. 319.

Handtekening

BIJLAGEN

Art. N1. - BIJLAGE I - Diploma's en studiegetuigschriften

Art. N2. - BIJLAGE II