Omzendbrief (Ref. JUR/NK/B.9.) van 25 januari 2022 betreffende de toepassing door de Brusselse verzekeringsinstellingen van de artikelen 328 en 329 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Ref. : JUR/NK/B.9.

Beslissing Nr. 615 van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van 25 januari 2022.

Omzendbrief van 25 januari 2022 betreffende de toepassing door de Brusselse verzekeringsinstellingen van de artikelen 328 en 329 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

 

Mevrouw, Mijnheer,

Gelet op,

Artikel 94, § 1 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Artikel 3, 4° van de ordonnantie van 25 april 2019 houdende diverse betalingen betreffende Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;

Artikel 19, § 5 van de ordonnantie betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen;

Overwegende dat,

De schorsing van de verjaring tot betaling van prestaties door overmacht wordt geregeld door de artikelen 328 en 329 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nog geen eigen regelgeving heeft uitgevaardigd die, in uitvoering van artikel 19, § 5 van de ordonnantie betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen, de wijze vastlegt waarop de vaststelling van overmacht gebeurt;

Wordt besloten dat,

  • de Brusselse verzekeringsinstellingen, vanaf 1 januari 2019 en in afwachting van regelgeving uitgaande van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vastlegging van de wijze waarop de vaststelling van overmacht gebeurt;
  • met het oog op het verzekeren van de continuïteit;
  • toepassing maken van de artikelen 328 en 329 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, hetgeen betekent dat:
    • De leidend ambtenaar van Iriscare, voor elk geval afzonderlijk waarin die wordt ingeroepen, over het bestaan van  overmacht, die de verjaring, krachtens artikel 19, §5 van de ordonnantie betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen schorst, oordeelt;
    • Hiertoe een aanvraag wordt ingediend, per aangetekend schrijven of elektronische post met ontvangstbevestiging, op hiernavolgend adres:
      Iriscare, Dienst dienstverlening zorginstellingen
      Ter attentie van de leidend ambtenaar van Iriscare
      Belliardstraat 71, bus 2
      1040 Brussel
      e-mailadres: professionelen@iriscare.brussels
    • De beslissing van de leidend ambtenaar van Iriscare, bij een ter post aangetekende brief, ter kennis wordt gebracht aan de Brusselse verzekerde en eveneens wordt meegedeeld aan de Brusselse verzekeringsinstelling;
    • De beslissing, die het bestaan van overmacht afwijst, met redenen wordt omkleed en de kennisgeving aan de Brusselse verzekerde vermeldt dat tegen de beslissing beroep kan worden ingesteld bij de arbeidsrechtbank, alsmede de vormen waarin en de termijnen waarbinnen het beroep dient te worden ingediend.

 

Gedaan te Brussel, op 25 januari 2022.

De Leidend Ambtenaar.