5 JUNI 2008 – Besluit houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de GGC van Brussel-Hoofdstad.

BOEK II. - ADMINISTRATIEF STATUUT.

TITEL I. - Organisatie van de Diensten van het Verenigd College.

HOOFDSTUK VI. - [Raad van beroep]1

Afdeling 1. - [Over de oprichting en de samenstelling van de raad van beroep]1

Art. 18.

[Er wordt een raad van beroep ingesteld gezamenlijk voor de Diensten van het Verenigd College en voor de instellingen van openbaar nut van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het beroep inzake stage, evaluatie, verklaring van professionele ongeschiktheid, proefperiode, verlof, afwezigheden, beschikbaarheid wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst en van de disciplinaire regeling.

De raad is samengesteld :

1° uit een effectieve voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, magistraten, gepensioneerde magistraten, ambtenaren of gepensioneerde ambtenaren aangeduid door het verenigd College. Eén van hen behoort tot de Franse taalrol, de andere tot de Nederlandse taalrol. Ze kennen de andere taal voldoende om de eenheid van de rechtspraak van de twee afdelingen van de raad te verzekeren. De taalkennis van de magistraten wordt vastgesteld overeenkomstig de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. De taalkennis van de ambtenaren wordt vastgesteld door het bewijs te leveren dat ze een taalbewijs van Selor hebben behaald dat uitgereikt is op grond van de artikelen 7, 8 en 11, of 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966;

De aangewezen ambtenaren moeten titularis zijn of geweest zijn van minstens een graad van directeur van rang A3 of gelijkwaardig.

Ze moeten de titel dragen van doctor, licentiaat of master in de rechten en hebben minstens zes maanden ervaring op het vlak van het openbaar ambt of van het beheer van human resources in de openbare sector.

Indien de minister van Justitie niet binnen de drie maanden van het verzoek van de [Minister]2de effectieve voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter heeft aangewezen, wijst het College hen aan uit de ambtenaren of de gepensioneerde ambtenaren. Zij mogen geen ambtenaar zijn of geweest zijn bij de Diensten van het Verenigd College of van een instelling van openbaar nut van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.

2° per taalrol, uit drie assessoren, ambtenaren van niveau A, die de overheid vertegenwoordigen, aangeduid door het Verenigd College. Er worden op dezelfde manier evenveel plaatsvervangende assessoren aangewezen met dien verstande dat ze de effectieve assessoren vervangen in de volgorde die door het Verenigd College bepaald is;

3° per taalrol, uit drie effectieve assessoren en drie plaatsvervangende assessoren aangewezen door de vakorganisaties.

Aan de werkzaamheden van de raad nemen eveneens een effectieve secretaris en een plaatsvervangende secretaris per taalrol deel die door het Verenigd College werden aangewezen en niet stemgerechtigd zijn.]1

Afdeling 2. - [Werking]1

Art. 19.

[§ 1. De raad wordt uitsluitend geadieerd op het adres van zijn secretariaat dat vastgelegd is in het huishoudelijk reglement. Zodra de raad geadieerd is, laat de secretaris van de betrokken afdeling zich het dossier bezorgen door de leidende ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College of van de betrokken instelling van openbaar nut. Dit bevat alle elementen die de raad in staat stellen met kennis van zaken te beraadslagen.

De raad bestaat uit twee afdelingen, één per taalrol. De afdelingen worden voorgezeten door de voorzitter of bij zijn afwezigheid door de ondervoorzitter.

Elke afdeling telt ten minste één derde vertegenwoordigers van elk geslacht.

§ 2. De verenigde afdelingen leggen een gemeenschappelijk huishoudelijk reglement vast.

§ 3. Elke afdeling kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van haar leden aanwezig is en het dossier de nodige elementen bevat die de raad toelaten met kennis van zaken een advies te geven of een beslissing te nemen.

Het effectieve lid dat de overheid vertegenwoordigt en niet kan zetelen, wordt van rechtswege vervangen door de eerste plaatsvervanger, bij ontstentenis, door de tweede, bij ontstentenis, door de derde.

Het effectieve lid dat een representatieve vakorganisatie vertegenwoordigt en niet kan zetelen wordt van rechtswege vervangen door zijn plaatsvervanger.

Elk effectief lid van een afdeling die weet dat hij niet zal kunnen zetelen in een vergadering van de raad van beroep, verzekert onmiddellijk zijn vervanging en licht de secretaris hierover in.

Indien de aanwezige leden het quorum niet bereikt hebben, hoewel ze behoorlijk opgeroepen waren, wordt er binnen de twee weken een nieuwe vergadering bijeengeroepen die, in afwijking van het eerste lid, ongeacht het aantal aanwezige leden zetelt en beraadslaagt.

Tijdens de stemming moet het aantal assessoren aangewezen door het Verenigd College en aangewezen door de vakorganisaties gelijk zijn; in voorkomend geval wordt de pariteit hersteld door uitschakeling van één of meer leden op basis van een consensus tussen de betrokken assessoren of, bij hun afwezigheid, door loting.

De beraadslagingen van de raad gaan eerst over de ontvankelijkheid van het beroep of van de raadpleging, daarna in voorkomend geval over de grond van de zaak. Enkel de voorzitter en de assessoren van de behandelde zaak, in aanwezigheid van de secretaris, nemen aan de beraadslagingen deel.

De kennisgeving van de beslissing vermeldt de voorziene beroepsmogelijkheden en de termijn waarbinnen deze uitgeoefend kunnen worden.

§ 4. Elk lid van de [raad van beroep]3, met inbegrip van de voorzitter, is stemgerechtigd. De stemming is geheim. Bij staking van stemmen, is de beslissing gunstig voor de stagiair of voor de ambtenaar.

§ 5. De stagiair of de ambtenaar wordt gehoord om zijn verweermiddelen te doen gelden. Hij is ertoe gehouden persoonlijk te verschijnen en mag zich voor zijn verdediging laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. De verdediger mag hoe dan ook geen deel uitmaken van de raad van beroep of van een directieraad.

Op basis van een medisch attest of bij behoorlijk bewezen overmacht kan de stagiair of de ambtenaar voor zijn verdediging vertegenwoordigd worden door de persoon van zijn keuze. In deze hypothese verhindert de afwezigheid van de ambtenaar geenszins het werk van de raad. Het attest of het bewijs worden voor zijn vergadering overgemaakt aan het secretariaat van de raad, overeenkomstig de manieren voorzien in § 7 of, in noodgevallen, via zijn e-mailadres.

Wanneer de stagiair of de ambtenaar zijn eigen verdediging verzekert en hij verhinderd is om redenen van overmacht om te verschijnen, wordt hem een laatste oproepingsbrief toegestuurd. De maximumduur van de procedure voorzien in artikel 19, § 6, wordt verlengd met de periode tussen de geplande datums voor de eerste en de tweede hoorzitting.

Onverminderd de twee vorige leden, wordt de stagiair of de ambtenaar, indien hij niet persoonlijk verschijnt, volgens het geval, geacht in te stemmen met het voorstel dat hem door de overheid gedaan wordt of van zijn beroep af te zien. Volgens het geval geeft de raad hem kennis van de bevestiging van het voorstel van de administratie of van de afvoering ervan.

§ 6. Volgens het geval geeft de raad binnen de drie maanden nadat de zaak aanhangig gemaakt werd kennis van zijn advies of van zijn beslissing. Deze termijn wordt met [een maand]3verlengd om redenen van overmacht of wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze termijn lopen.

Indien de raad geen kennis geeft van zijn beslissing of zijn advies binnen de opgelegde termijn wordt de procedure beëindigd in het voordeel van de stagiair of van de ambtenaar.

§ 7. De in dit hoofdstuk bedoelde [kennisgevingen]3gebeuren :

1° hetzij middels de afgifte van een document tegen een gedateerd en getekend ontvangstbewijs;

2° hetzij middels de aangetekende verzending van een document.

Elke termijn wordt berekend vanaf de dag volgend op de afgifte van het document of vanaf de derde dag volgend op de aangetekende verzending ervan, postdatum ter staving, behoudens tegenbewijs van de verzender.

De vervaldag is in de termijn begrepen. Wanneer deze dag evenwel valt op een zaterdag, een zondag of een in artikel 171 bedoelde feestdag, wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als deze dag valt tussen Kerstmis en Nieuwjaar, wordt hij verplaatst naar de eerstvolgende werkdag na Nieuwjaar.]1

Afdeling 3. - [Procedures die buiten de tuchtregeling vallen]1

Onderafdeling 1. - [Beroep inzake stage]1

Art. 20.

[In de in artikel 66/9, derde lid, bedoelde gevallen brengt de stagebegeleider krachtens artikel 65, § 1, verslag uit over het verloop van de stage. Deze ambtenaar en de directeur van de Directie Coördinatie en Procedures belast met de opleiding krachtens artikel 72, of zijn vervanger, worden gehoord.

De raad:

1° beslist de stage te verlengen, volgens de nadere regels die zij bepaalt, met inachtneming van de maximumtermijnen bedoeld in artikel 66/3. In geval van verlenging van de stage wordt de stagiair geëvalueerd zoals tijdens de initiële stage. Artikel 66/9 is van toepassing, met dien verstande dat de directieraad geen tweede verlenging van de stage kan voorstellen;

2° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te benoemen;

3° of geeft de benoemende overheid het advies de stagiair te ontslaan wegens ongeschiktheid voor het uitoefenen van een betrekking.

De beslissing of het advies van de raad wordt genomen binnen de termijn voorzien in artikel 19, § 6.

Wanneer het advies van de raad erin bestaat aan de benoemende overheid de benoeming van de stagiair of zijn afdanking voor te stellen, heeft deze een maand om zijn beslissing te nemen. Deze termijn wordt met een maand verlengd wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze termijn lopen.]4

Onderafdeling 2. - [Beroep inzake evaluatie en verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid]1

Art. 21.

[In de in artikelen 79, § 3 bedoelde gevallen bevestigt de raad binnen de in artikel 19, § 6, voorziene termijn de toegekende globale evaluatievermelding of kent hij een van de andere in artikel 77, § 3, vierde lid, voorziene vermeldingen toe.

In de gevallen voorzien in artikel 80 § 3, deelt de raad zijn advies aan de benoemende overheid mee binnen de in artikel 19 § 6 voorziene termijn. De benoemende overheid heeft een maand om een beslissing te nemen. Deze termijn wordt met [een maand]5verlengd wanneer de gerechtelijke vakanties tijdens deze termijn lopen.]1

Onderafdeling 2/1. [Beroep tegen een beslissing inzake proefperiode]1

Art. 21/1.

[In het geval een geslaagde deelnemer overgaat naar het hogere niveau, voorzien in artikel 96/1, [zevende lid]6, brengt de met de controle van de proefperiode belaste ambtenaar aan de raad verslag uit over het verloop van de proefperiode en wordt hij door de hogervermelde raad gehoord.

De raad beslist om de beslissing van de met de controle van de proefperiode belaste ambtenaar te bevestigen of te annuleren binnen de in artikel 19 § 6 voorziene termijn. Deze beslissing wordt meegedeeld aan de ambtenaar, de met de controle van de proefperiode belaste ambtenaar en de [HRM]7.]1

Onderafdeling 3. - [Beroep inzake verloven, afwezigheden en disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst]1

Art. 22.

[In de in de artikelen 164, eerste lid, en 213, eerste lid, bedoelde gevallen wordt de betwiste beslissing verdedigd door een ambtenaar aangewezen door de leidend ambtenaar.

De raad beslist binnen de in artikel 19 § 6 voorziene termijn.]1