2023 – Barema van de gezinsbijslagen in het Brusselse kinderbijslagstelsel – Van toepassing vanaf 01 november 2023

Barema van de gezinsbijslagen in het Brusselse kinderbijslagstelsel - Van toepassing vanaf 01 november 2023

Onderstaande schaal is vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag.

De bedragen zijn van toepassing vanaf 01/11/2023.

De vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 125,60 (basis 2013 = 100).

1. Basisbedragen (Artikel 7, Artikel 35)

1.1 Voor de kinderen geboren vanaf 01/01/2020 (Artikel 7)

Enig kind dat geen van de in de punten 2, 3 en 4 genoemde supplementen geniet 179,27 EUR
Andere kinderen 0 tot 11 jaar 179,27 EUR
12 tot 17 jaar 191,22 EUR
18 tot 24 jaar Ingeschreven in het hoger onderwijs1 ten vroegste op 1 september van het jaar waarin men 18 wordt 203,17 EUR
Andere situatie 191,22 EUR

 

1.2 Voor kinderen geboren vóór 01/01/2020 worden de verschillende hierboven vermelde bedragen verminderd met een vast bedrag (Artikel 35, van toepassing tot 31/12/2025)

Af te trekken bedrag 11,95 EUR

2. Wezentoeslag (Artikel 8)

De in punt 1 bedoelde gezinsbijslag kan worden verhoogd met een supplement als het kind wees is.

Kind waarvan een van de ouders is overleden De toeslag is 50% van het basisbedrag als bedoelt in punt 12 Het bedrag van de basiskinderbijslag moet eerst worden geïndexeerd en vervolgens op 50% van het geïndexeerde bedrag worden toegepast.
Kind waarvan beide ouders zijn overleden of voor een kind waarvan de enige bekende ouder is overleden De toeslag is 100% van het basisbedrag als bedoeld in punt 1

 

3. Sociale toeslag (Artikel 9)

Bovenop de basiskinderbijslag vermeld onder punt 1 kan een sociale toeslag worden toegekend waarvan het bedrag varieert in functie van het gezinsinkomen, de leeftijd van het kind, de gezinsgrootte en naargelang het kind al dan niet wordt opgevoed in een eenoudergezin.

3.1 Inkomsten plafonds

Eerste plafond 37.868,01 EUR
Tweede plafond 54.969,69 EUR

 

3.2 Kinderen grootgebracht in een gezin waarvan het jaarinkomen niet het eerste plafond bereikt

Gezin met 1 kind Gezin met 2 kinderen Gezin met 3 kinderen of meer
Eenoudergezin Ander gezin Eenoudergezin Ander gezin
0 tot 11 jaar 47,80 EUR 95,61 EUR 83,66 EUR 155,36 EUR 131,46 EUR
12 tot 24 jaar 59,76 EUR 107,56 EUR 95,61 EUR 167,31 EUR 143,41 EUR

 

3.3 Kinderen opgegroeid in een gezin waarvan het jaarinkomen de eerste plafond overschrijdt maar onder het tweede plafond ligt

Gezin met 1 kind Gezin met 2 kinderen Gezin met 3 kinderen of meer
- 29,88 EUR 86,05 EUR

 

4. Bijkomende toeslag voor kinderen met een aandoening (Artikel 12)

De kinderbijslag vermeld onder punt 1 wordt verhoogd met een toeslag volgens de voorwaarden en de praktische regels bepaald door en op grond van artikel 12 van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, gewijzigd bij de ordonnantie van 15 december 2022.

Totaal aantal punten in de 3 pijlers Punten in de 1e pijler Bedrag3De basisbedragen van de toe te kennen toeslag volgens het totaal van de punten gekoppeld aan de ernst van de gevolgen van de aandoening zijn deze bedoeld in artikel 4, §2 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 mei 2023.
< 6 ≥ 4 100,41 EUR
6 tot 8 < 4 133,72 EUR
≥ 4 515,08 EUR
9 tot 11 < 4 312,03 EUR
≥ 4 515,08 EUR
12 tot 14 515,08 EUR
15 tot 17 585,68 EUR
18 tot 20 627,52 EUR
>20 669,35 EUR

 

5. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier (Artikel 13)

Forfaitair bedrag per geplaatst kind 76,82 EUR

 

6. Kinderbijslag voor een kind geplaatst in een instelling waarvan een deel op een spaarrekening wordt gestort (Artikel 14)

Op de spaarrekening Aan de plaatsende
Kind waarvan beide ouders zijn overleden of de enige bekende ouder 143,41 EUR 286,82 EUR
Ander kind 83,66 EUR 167,31 EUR

7. Jaarlijkse leeftijdstoeslag (Artikel 15)

De bedragen vermeld onder punt 1 die zijn verschuldigd voor de maand juli worden verhoogd met een toeslag die varieert volgens leeftijd van het kind (leeftijd op 1 juli).

0 tot 2 jaar 23,90 EUR
3 tot 5 jaar 23,90 EUR
6 tot 11 jaar 35,85 EUR
12 tot 14 jaar Als het verworven recht voor de maand juli voortvloeit uit een inschrijving in het hoger onderwijs 95,61 EUR
Elke andere situatie 59,76 EUR

 

8. Kraamgeld (Artikel 16)

Eerste geboorte voor een van de ouders 1.314,61 EUR
Elk kind uit een meervoudige geboorte 1.314,61 EUR
Elke andere situatie 597,55 EUR

 

9. Adoptiebijslag (Artikel 17)

Bij eerste adoptie 1.314,61 EUR
Elke andere situatie 597,55 EUR

 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

A. Algemene kinderbijslagwet

Aanpassing aan de nieuwe spilindex - schaal tegen spilindex 125,60 (Basis 2013 = 100) - van toepassing vanaf 01/11/2023

BEDRAGEN ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET - VAN TOEPASSING IN HET KADER VAN DE OVERGANGSMAATREGELEN OP VOORWAARDE VAN HET BESTAAN VAN EEN RECHT KINDERBIJSLAG OP 31 DECEMBER 2019 (de verschuldigde schaal voor deze maand vormt de maximale schaal)

I. Basiskinderbijslagen

1. Gewone kinderbijslag EUR/MAAND
1ste kind 114,49
2de kind 211,85
3de kind en elk der volgende 316,31
2. Wezen 4Wanneer de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden heeft gevormd, vormt dit niet langer een beletsel voor de verhoogde wezenbijslag(art.50bis, AKBW) EUR/MAAND
Per weeskind 439,84
3. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier5 Artikel 39 van de ordonnantie van 25 april 2019, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 15 december 2022, is voortaan van toepassing vanaf 01 juli 2023 op de overeenkomstige schaal verschuldigd krachtens artikel 13 van de ordonnantie van 25 april 2019 EUR/MAAND
Per geplaatst kind 76,82

II. Toeslagen

1. Toeslagen voor éénoudergezinnen met de gewone schaal6De toeslag wordt toegekend zolang de bijslagtrekkende een eenoudergezin vormt en het jaarlijks gezinsinkomen het grensbedrag bedoeld in art 9, 1° van de ordonnantie niet overschrijdt (cfr. punt IV 'Inkomensgrens voor artikelen 41, 42bis en 50ter van de AKBW'). EUR/MAAND
1ste kind 58,28
2de kind 36,13
3de kind en elk der volgende 29,13
2. Toeslagen Artikel 50ter AKBW7) De sociale toeslagen art. 42bis AKBW en art. 50ter AKBW, worden toegekend zolang het gezinsinkomen het grensbedrag bedoeld in art 9, 1° van de ordonnantie niet overschrijdt en, in voorkomend geval, het gezin een eenoudergezin blijft EUR/MAAND
1ste kind 125,40
2de kind 36,13
3de en elk der volgende
Eenoudergezin 29,13
Ander gezin 6,34
3. Toeslagen Artikel 42bis AKBW8De sociale toeslagen art. 42bis AKBW en art. 50ter AKBW, worden toegekend zolang het gezinsinkomen het grensbedrag bedoeld in art 9, 1° van de ordonnantie niet overschrijdt en, in voorkomend geval, het gezin een eenoudergezin blijft. EUR/MAAND
1ste kind 58,28
2de kind 36,13
3de kind en elk der volgende
  • Eenoudergezin
29,13
  • Ander gezin
6,34
4. Bijkomende bijslag voor kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening EUR/MAAND
a) Oud systeem (volgens zelfredzaamheidsgraad)
Per betrokken kind met:
  • Een zelfredzaamheidsgraad van 0 - 3 punten
515,09
  • Een zelfredzaamheidsgraad van 4 - 6 punten
563,84
  • Een zelfredzaamheidsgraag van 7 - 9 punten
602,74
b) Nieuw systeem9 Dit systeem is sinds 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een aandoening geboren vóór 1993 en jonger dan 21 jaar. De oude regeling blijft van kracht als overgangsmaatregel. 10 Artikel 39 van de ordonnantie van 25 april 2019, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 15 december 2022, is voortaan van toepassing vanaf 01 juli 2023 op de overeenkomstige schalen verschuldigd krachtens artikel 12 van de ordonnantie van 25 april 2019 in uitvoering van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 mei 2023 betreffende de toekenning van kinderbijslag voor kinderen met een aandoening(volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening)
Per betrokken kind met:
  • Minstens 4 punten in de 1

e pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers

100,41
  • 6 - 8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1

ste pijler

133,72
  • 6 - 8 punten over de 3 pijlers en ten minste 4 punten in de 1

ste pijler

515,08
  • 9 - 11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1

ste pijler

312,03
  • 9 - 11 punten over de 3 pijlers en ten minste 4 punten in de 1

ste pijler

515,08
  • 12 - 14 punten over de 3 pijlers
515,08
  • 15 - 17 punten over de 3 pijlers
585,68
  • 18 - 20 punten over de 3 pijlers
627,52
  • + 20 punten over de 3 pijlers
669,35
5. Leeftijdstoeslagen 11Het aantal rechtgevende kinderen waarmee rekening wordt gehouden in december 2019 en de leeftijdsbedragen van december 2019 kunnen in geen geval toenemen EUR/MAAND
a) Eerste kind van de gewone schaal (dat geen toeslag voor éénoudergezinnen of sociale toeslag ontvangt en dat niet door een aandoening getroffen is)
  • Kind van 6 tot en met 11 jaar
19,95
  • Kind van 12 tot en met 17 jaar
30,37
  • Kind van 18 tot en met 24 jaar
35,01
b) Andere kinderen (dus inclusief alle kinderen die een sociale toeslag of toeslag voor éénoudergezinnen ontvangen en alle kinderen met een aandoening
  • Kind van 6 tot en met 11 jaar
39,78
  • Kind van 12 tot en met 17 jaar
60,78
  • Kind van 18 tot en met 24 jaar
77,28
c) Gehandicapten die voor 1 juli 1996 geboren zijn
Het bedrag aan gezinsbijslagen verschuldigd voor de maand december 2019 moet worden vermenigdvuldigd met de factor 1,1951

III. Jaarlijkse bijslag

Enkel de bedragen bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie zijn verschuldigd vanaf 1 januari 2020 (inwerkingtreding van de ordonnantie)

IV. Inkomensgrens voor de artikelen 41, 42bis en 50ter van de AKBW

De schaal bedoeld in de artikelen 41, 42bis en 50ter AKBW wordt verder toegekend zolang de jaarlijkse gezinsinkomen volgend grensbedrag niet overschrijden 37.868,01

 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Aanpassing aan de nieuwe spilindex - schaal tegen spilindex 125,60 (Basis 2013 = 100) - van toepassing vanaf 01/11/2023

BEDRAGEN WET GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG - VAN TOEPASSING IN HET KADER VAN DE OVERGANGSMAATREGELEN OP VOORWAARDE VAN HET BESTAAN VAN EEN RECHT KINDERBIJSLAG OP 31 DECEMBER 2019 (de verschuldigde schaal voor deze maand vormt de maximale schaal)

I. Kinderen die niet voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling

1. Basiskinderbijslagen12 Als bepaalde voorwaarden van de wet tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag niet vervuld zijn, keert FAMIFED de basiskinderbijslag uit als voorschot. EUR/MAAND
1ste kind 114,49
2de kind 211,85
3de kind en elk der volgende 316,31
2. Toeslagen13 Een sociale toeslag wordt bij het basisbedrag gevoegd als alle voorwaarden vervuld zijn. EUR/MAAND
1ste kind 58,28
2de kind 36,13
3de kind en elk der volgende
  • Éénoudergezin14De toeslag wordt toegekend als de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen.
29,13
  • Ander gezin
6,34
3. Wezen EUR/MAAND
Per weeskind 439,84
4. Leefijdsbijslag15Het aantal rechtgevende kinderen waarmee rekening wordt gehouden en de leeftijdsbedragen kunnen in geen geval toenemen. EUR/MAAND
  • Kind van 6 tot en met 11 jaar
39,78
  • Kind van 12 tot en met 17 jaar
60,78
  • Kind van 18 tot en met 24 jaar
77,28

II. Kinderen die al voor een volledige maand in een andere regeling kinderbijslag genieten

Zie bedragen van de gewone kinderbijslag onder A. Algemene Kinderbijslagwet familiales

BILATERALE OVEREENKOMST MET MAROKKO, TUNESIË, TURKIJE

Barema aan de spilindex 125,60 (basis 2013 = 100) van toepassing vanaf 1 november 2023

A - Marokko 16De bedragen per kind in deze barema worden berekend op basis van de bedragen bepaald door de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko dat in werking is getreden op 1 juni 2022, gehecht aan de spilindex 101,02 (basis 2013= 100). EUR/MAAND
1ste kind 35,90
2de kind 38,15
3de kind 40,39
4de kind 42,64
B - Tunesië en Turkije
1ste kind 34,51
2de kind 36,66
3de kind 38,82
4de kind 40,98