2021 – Barema van de gezinsbijslagen in het Brusselse kinderbijslagstelstel – Van toepassing vanaf 01 januari 2021

Barema van de gezinsbijslagen in het Brusselse kinderbijslagstelstel – Van toepassing vanaf 01 januari 2021

Onderstaande schaal is vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag.

De bedragen zijn van toepassing vanaf 01/01/2021

De vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 107,20 (basis 2013 = 100).

1. Basisbedragen (Artikel 7, Artikel 35)

 

1.1 Voor de kinderen geboren vanaf 01/01/2020 (Artikel 7)

Enig kind dat geen van de in de punten 2, 3 en 4 genoemde supplementen geniet 153,00 EUR
Andere kinderen 0 tot 11 jaar 153,00 EUR
12 tot 17 jaar 163,20 EUR
18 tot 24 jaar Ingeschreven in het hoger onderwijs1ten vroegste op 1 september van het jaar waarin men 18 wordt 173,40 EUR
Andere situatie 163,20 EUR

 

1.2 Voor kinderen geboren vóór 01/01/2020 worden de verschillende hierboven vermelde bedragen verminderd met een vast bedrag (Artikel 35, van toepassing tot 31/12/2025)

Af te trekken bedrag 10,20 EUR

 

2. Wezentoeslag (Artikel 8)

De in punt 1 bedoelde gezinsbijslag kan worden verhoogd met een supplement als het kind wees is.

Kind waarvan een van de ouders is overleden De toeslag is 50% van het basisbedrag als bedoelt in punt 12Het bedrag van het wezen-supplement moet eerst worden geïndexeerd en vervolgens op 50% van het geîndexeerde bedrag worden toegepast.
Kind waarvan beide ouders zijn overleden of voor een kind waarvan de enige bekende ouder is overleden De toeslag is 100% van het basisbedrag als bedoeld in punt 1

 

3. Sociale toeslag (Artikel 9)

Bovenop de basiskinderbijslag vermeld onder punt 1 kan een sociale toeslag worden toegekend waarvan het bedrag varieert in functie van het gezinsinkomen, de leeftijd van het kind, de gezinsgrootte en naargelang het kind al dan niet wordt opgevoed in een eenoudergezin.

3.1 Inkomsten plafonds

Eerste plafond 31.936,20 EUR
Tweede plafond 46.359,00 EUR

 

3.2 Kinderen grootgebracht in een gezin waarvan het jaarinkomen niet het eerste plafond bereikt

Gezin met 1 kind Gezin met 2 kinderen Gezin met 3 kinderen of meer
Eenoudergezin Ander gezin Eenoudergezin Ander gezin
0 tot 11 jaar 40,80 EUR 81,60 EUR 71,40 EUR 132,60 EUR 112,20 EUR
12 tot 24 jaar 51,00 EUR 91,80 EUR 81,60 EUR 142,80 EUR 122,40 EUR

 

3.3 Kinderen opgegroeid in een gezin waarvan het jaarinkomen de eerste plafond overschrijdt maar onder het tweede plafond ligt

Gezin met 1 kind Gezin met 2 kinderen Gezin met 3 kinderen of meer
- 25,50 EUR 73,44 EUR

 

4. Bijkomende toeslag voor kinderen met een aandoening (Artikel 12)

De kinderbijslag vermeld onder punt 1 wordt verhoogd met een toeslag volgens de voorwaarden en de praktische regels bepaald door en op grond van artikel 47 van de AKBW.

4.1 Oud systeem

Zelffredzaamheidsgraad Bedrag
0 tot 3 punten 439,61 EUR
4 tot 6 punten 481,22 EUR
7 tot 9 punten 514,42 EUR

 

4.2 Nieuw systeem (sinds 01/05/2009)

Totaal aantal punten in de 3 pijlers Punten in de 1e pijler Bedrag
< 6 ≥ 4 85,69 EUR
6 tot 8 < 4 114,13 EUR
≥ 4 439,61 EUR
9 tot 11 < 4 266,32 EUR
≥ 4 439,61 EUR
12 tot 14 439,61 EUR
15 tot 17 499,87 EUR
18 tot 20 535,58 EUR
>20 571,28 EUR

 

5. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier (Artikel 13)

Forfaitair bedrag per geplaatst kind 65,57 EUR

 

6. Kinderbijslag voor een kind geplaatst in een instelling waarvan een deel op een spaarrekening wordt gestort (Artikel 14)

Op de spaarrekening Aan de plaatsende
Kind waarvan beide ouders zijn overleden of de enige bekende ouder 122,40 EUR 244,80 EUR
Ander kind 71,40 EUR 142,80 EUR

 

7. Jaarlijkse leeftijdstoeslag (Artikel 15)

De bedragen vermeld onder punt 1 die zijn verschuldigd voor de maand juli worden verhoogd met een toeslag die varieert volgens leeftijd van het kind (leeftijd op 1 juli).

0 tot 2 jaar 20,40 EUR
3 tot 5 jaar 20,40 EUR
6 tot 11 jaar 30,60 EUR
12 tot 14 jaar Als het verworven recht voor de maand juli voortvloeit uit een inschrijving in het hoger onderwijs 81,60 EUR
Elke andere situatie 51,00 EUR

 

8. Kraamgeld (Artikel 16)

Eerste geboorte voor een van de ouders 1.122,00 EUR
Elk kind uit een meervoudige geboorte 1.122,00 EUR
Elke andere situatie 510,00 EUR

 

9. Adoptiebijslag (Artikel 17)

Bij eerste adoptie 1.122,00 EUR
Elke andere situatie 510,00 EUR

 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

A. Algemene kinderbijslagwet

Aanpassing aan de nieuwe spilindex - schaal tegen spilindex 107,20 (Basis 2013 = 100) - van toepassing vanaf 01/01/2021

BEDRAGEN ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET - VAN TOEPASSING IN HET KADER VAN DE OVERGANGSMAATREGELEN OP VOORWAARDE VAN HET BESTAAN VAN EEN RECHT KINDERBIJSLAG OP 31 DECEMBER 2019 (de verschuldigde schaal voor deze maand vormt de maximale schaal)

I. Basiskinderbijslagen

1. Gewone kinderbijslag EUR/MAAND
1ste kind 97,72
2de kind 180,81
3de kind en elk der volgende 269,96
2. Wezen 3Wanneer de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden heeft gevormd, vormt dit niet langer een beletsel voor de verhoogde wezenbijslag.(art.50bis, AKBW) EUR/MAAND
Per weeskind 375,39
3. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier EUR/MAAND
Per geplaatst kind 65,57

II. Toeslagen

1. Toeslagen voor éénoudergezinnen met de gewone schaal4De toeslag wordt toegekend zolang de bijslagtrekkende een eenoudergezin vormt en het jaarlijks gezinsinkomen het grensbedrag bedoeld in art 9, 1° van de ordonnantie niet overschrijdt (cfr. punt IV in het barema). EUR/MAAND
1ste kind 49,74
2de kind 30,83
3de kind en elk der volgende 24,86
2. Toeslagen Artikel 50ter AKBW5 De sociale toeslagen art. 42bis AKBW en art. 50ter AKBW, worden toegekend zolang het gezinsinkomen het grensbedrag bedoeld in art 9, 1° van de ordonnantie niet overschrijdt en, in voorkomend geval, het gezin een eenoudergezin blijft EUR/MAAND
1ste kind 107,03
2de kind 30,83
3de en elk der volgende
Eenoudergezin 24,86
Ander gezin 5,41
3. Toeslagen Artikel 42bis AKBW4 EUR/MAAND
1ste kind 49,74
2de kind 30,83
3de kind en elk der volgende
Eenoudergezin 24,86
Ander gezin 5,41
4. Bijkomende bijslag voor kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening EUR/MAAND
a) Oud systeem (volgens zelfredzaamheidsgraad)
Per betrokken kind met:
- Een zelfredzaamheidsgraad van 0 - 3 punten 439,61
- Een zelfredzaamheidsgraad van 4 - 6 punten 481,22
- Een zelfredzaamheidsgraag van 7 - 9 punten 514,42
b) Nieuw systeem6 Dit systeem is sinds 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een aandoening geboren vóór 1993 en jonger dan 21 jaar. De oude regeling blijft van kracht als overgangsmaatregel. (volgens de ernst van de gevolgen van de aandoening)
Per betrokken kind met:
- Minstens 4 punten in de 1e pijler en minder dan 6 punten over de 3 pijlers 85,69
- 6 - 8 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 114,13
- 6 - 8 punten over de 3 pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler 439,61
- 9 - 11 punten over de 3 pijlers en minder dan 4 punten in de 1ste pijler 266,32
- 9 - 11 punten over de 3 pijlers en ten minste 4 punten in de 1ste pijler 439,61
- 12 - 14 punten over de 3 pijlers 439,61
- 15 - 17 punten over de 3 pijlers 499,87
- 18 - 20 punten over de 3 pijlers 535,58
- + 20 punten over de 3 pijlers 571,28
5. Leeftijdstoeslagen7Het aantal rechtgevende kinderen waarmee rekening wordt gehouden in december 2019 en de leeftijdsbedragen van december 2019 kunnen in geen geval toenemen. EUR/MAAND
a) Eerste kind van de gewone schaal (dat geen toeslag voor éénoudergezinnen of sociale toeslag ontvangt en dat niet door een aandoening getroffen is)
- Kind van 6 tot en met 11 jaar 17,02
- Kind van 12 tot en met 17 jaar 25,92
- Kind van 18 tot en met 24 jaar 29,88
b) Andere kinderen (dus inclusief alle kinderen die een sociale toeslag of toeslag voor éénoudergezinnen ontvangen en alle kinderen met een aandoening
- Kind van 6 tot en met 11 jaar 33,95
- Kind van 12 tot en met 17 jaar 51,87
- Kind van 18 tot en met 24 jaar 65,95
c) Gehandicapten die voor 1 juli 1996 geboren zijn
Het bedrag aan gezinsbijslagen verschuldigd voor de maand december 2019 moet worden vermenigdvuldigd met de factor 1,0200

III. Jaarlijkse bijslag

Enkel de bedragen bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie zijn verschuldigd vanaf 1 januari 2020 (inwerkingtreding van de ordonnantie)

IV. Inkomensgrens voor de artikelen 41, 42bis en 50ter van de AKBW

De schaal bedoeld in de artikelen 41, 42bis en 50ter AKBW wordt verder toegekend zolang de jaarlijkse gezinsinkomen volgend grensbedrag niet overschrijden 31.936,20