Omzendbrief van de leden van het Verenigd College: procedure voor de behandeling van aanvragen tot opname van personen jonger dan zestig jaar in rusthuizen/rust- en verzorgingstehuizen door de Brusselse verzekeringsinstellingen – gevolgen van advies nr. 77.738/16 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State.

OMZENDBRIEF VAN LEDEN VAN HET VERENIGD COLLEGE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

Betreft: procedure voor de behandeling van aanvragen tot opname van personen jonger dan zestig jaar in rusthuizen/rust- en verzorgingstehuizen door de Brusselse verzekeringsinstellingen - gevolgen van advies nr. 77.738/16 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State.

Aan de Brusselse verzekeringsinstellingen

Bijlage

__________

Gelet op de artikelen 2, 1°, 11, § 1, vierde en vijfde lid, en 29/1, § 5, van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen;

Gelet op artikel 12, § 2, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 januari 2024 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor ouderen moeten voldoen, en van de bijzondere normen die gelden voor de groeperingen en fusies van voorzieningen;

Gelet op de artikelen 152, § 3, en 153, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het besluit van de leden van het Verenigd College van 23 mei 2024 tot uitvoering van artikel 12, § 2, 2°, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 januari 2024 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor ouderen moeten voldoen, en van de bijzondere normen die gelden voor de groeperingen en fusies van voorzieningen;

Gelet op artikel 5 van de bicommunautaire overeenkomst van 23 september 2025 tussen de rustoorden voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, centra voor dagverzorging en Brusselse verzekeringsinstellingen;

Gelet op advies nr. 77.738/16 van 11 juni 2025 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State;

Gelet op het advies van de paritaire commissie Ouderen van 2 september 2025 en het advies van de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare van 23 september 2025;

Gelet op de ministeriële omzendbrief van 29 september 2025 over de behandeling van aanvragen om voorafgaande toestemming voor de opname van personen jonger dan zestig jaar in rusthuizen/rust- en verzorgingstehuizen;

Overwegende dat de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies nr. 77.738/16 van 11 juni 2025 heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis bestaat voor de behandeling van aanvragen om voorafgaande toestemming voor de opname van personen jonger dan zestig jaar door Brusselse verzekeringsinstellingen;

Overwegende dat de afdeling Wetgeving van de Raad van State in datzelfde advies opnieuw de aan zijn ministers gedelegeerde bevoegdheid van het Verenigd College heeft bevestigd om die aanvragen te behandelen en haar bezorgdheid heeft geuit over de algemene samenhang van het voorgestelde systeem;

Overwegende de noodzaak om de continuïteit te waarborgen van de behandeling van aanvragen om voorafgaande toestemming voor de opname van personen jonger dan zestig jaar.

Praktische gevolgen

Om de continuïteit van de behandeling van aanvragen te waarborgen en elke onderbreking in de opname van de betrokken begunstigden te vermijden, hebben de ministers die bevoegd zijn voor de gezondheid en de bijstand aan personen een gecentraliseerde procedure ingevoerd. Die wordt toegelicht in een omzendbrief aan de instellingen (zie bijlage 2), gepubliceerd op de website van Iriscare en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad¹

Toepasselijke procedure²

Vanaf 29 september 2025:

worden aanvragen om voorafgaande toestemming rechtstreeks naar Iriscare gestuurd, die deze aanvragen administratief beheert;
beschikken de bevoegde ministers over een termijn van vijftien kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van een volledig dossier door de dienst Hulp- en Zorginstellingen van Iriscare om hun beslissing bekend te maken.
wordt, als er binnen die termijn geen uitdrukkelijke kennisgeving wordt verstuurd, de toestemming geacht stilzwijgend te zijn verleend en mag de begunstigde vanaf de zestiende dag worden opgenomen. In dat geval zal de cel BVI van de dienst Strategische Ondersteuning van Iriscare via het e-mailadres smr_rmob@iriscare.brussels de BVI van de begunstigde informeren over het bestaan en de datum van het stilzwijgend akkoord;
voegt de instelling, in geval van een door de ministers uitdrukkelijk bekendgemaakte voorafgaande toestemming, een kopie van de ministeriële beslissing bij de tegemoetkomingsaanvraag. Het origineel van de beslissing wordt door de instelling bewaard om het te archiveren en het dossier op te volgen;
voegt de instelling, in geval van een stilzwijgende voorafgaande toestemming, een kopie van de ontvangstbevestiging bezorgd door de dienst Hulp- en Zorginstellingen (per post of, bij gebrek daaraan, per e-mail) bij haar tegemoetkomingsaanvraag. Het origineel van de ontvangstbevestiging wordt door de instelling bewaard om het te archiveren en het dossier op te volgen;
wordt, in geval van weigering, de kennisgeving van de beslissing van de ministers per aangetekende brief verzonden. In dat geval zal de cel BVI van de dienst Strategische Ondersteuning van Iriscare via het e-mailadres smr_rmob@iriscare.brussels de BVI van de begunstigde informeren over het bestaan en de datum van de beslissing tot weigering van de voorafgaande toestemming. Een weigering van de voorafgaande toestemming houdt in elk geval de niet-naleving in van de voorwaarden bedoeld in artikel 12, § 2, van het besluit van 18 januari 2024 en leidt tot het onverschuldigde karakter van de door de BVI's toegekende financiering aan een instelling die niet over een voorafgaande toestemming beschikt.

Rol van de BVI's

Vanaf de datum van inwerkingtreding van de voornoemde omzendbrief aan de instellingen moeten de BVI's geen aanvragen om voorafgaande toestemming meer behandelen. Vanaf die datum is hun rol dus beperkt tot:

aanvragen om tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven behandelen nadat een instelling een (uitdrukkelijke of stilzwijgende) voorafgaande toestemming heeft verkregen;
op basis van de documenten bedoeld in artikel 152, § 3, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 controleren of de voorwaarden bepaald in artikel 12, § 2, van het besluit van 18 januari 2024 worden nageleefd.
respect des conditions prévues à l’article 12, § 2 de l’arrêté du 18 janvier 2024 sur base des pièces visées à l'article 152, § 3 de l'arrêté royal du 3 juillet 1996. De aanvraag om tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven bevat het volgende:

- het aanvraagformulier (bijlage 2.a.2. bij de bicommunautaire overeenkomst van 23 september 2025 tussen de rustoorden voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, centra voor dagverzorging en Brusselse verzekeringsinstellingen, hierna de "bicommunautaire overeenkomst"), dat het overzicht bevat van het aantal begunstigden jonger dan zestig jaar die in de instelling zijn opgenomen (inclusief de lopende aanvraag), en het aantal begunstigden jonger dan zestig jaar die kunnen worden opgevangen;
- de beoordelingsschaal ter staving van de aanvraag tot tegemoetkoming, onder gesloten omslag, gericht aan de adviserend arts;
- de drie verklaringen op eer bedoeld in artikel 152, § 3, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 (bijlage 10 bij de bicommunautaire overeenkomst):
- een specifiek begeleidingsplan voor de begunstigde, zoals bedoeld in artikel 12, § 2, 3°, van het besluit van het Verenigd College van 18 januari 2024;
- in geval van een eerste opname van een begunstigde van categorie Ccoma: een medisch verslag waaruit blijkt dat de begunstigde voldoet aan de criteria van deze categorie, opgesteld door een deskundig ziekenhuiscentrum, onder gesloten omslag, gericht aan de adviserend arts;
- het bewijs van de voorafgaande toestemming.

De inhoud van de verklaringen op eer (bijlage 10 bij de bicommunautaire overeenkomst) en de inhoud van het specifiek begeleidingsplan hoeven niet te worden onderzocht door de adviserend arts. Alleen de inhoud van het aanvraagformulier (bijlage 2.a.2. bij de bicommunautaire overeenkomst), de naleving van de medische voorwaarden en de aanwezigheid van een voorafgaande toestemming moeten worden beoordeeld door de adviserend arts;

de door de instellingen opgestuurde verantwoordingsstukken bewaren.

Inwerkingtreding

Deze omzendbrief treedt in werking op 29 september 2025. Hij wordt ter informatie op de website van Iriscare gepubliceerd en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en onmiddellijk naar alle BVI's gestuurd ter uitvoering.

De aanvragen die vanaf deze datum door de BVI worden ontvangen, worden onmiddellijk doorgestuurd naar de dienst Hulp- en Zorginstellingen van Iriscare.

Voor het Verenigd College,

De ministers die bevoegd zijn voor de gezondheid en de bijstand aan personen,

A. Maron E. Van den Brandt